Het is vanzelfsprekend dat menselijke wezens, vanwege hun menselijkheid, objectief waardevol zijn en recht hebben op mensenrechten. Om gelijkheid te waarborgen, moeten deze rechten gerespecteerd worden gedurende de gehele duur van het menselijk leven, van het begin tot het natuurlijke einde.
De wetenschap leert ons dat tijdens het menselijke voortplantingsproces een geheel, onderscheidend, levend menselijk wezen tot stand komt bij de bevruchting, het moment waarop een zaadcel een eicel binnendringt. Gezien dit feit, is DCBR van mening dat abortus, of het nu chirurgisch, chemisch of in enige andere vorm is, rechtstreeks en opzettelijk een ongeboren menselijk wezen doodt en daarom verkeerd is, ongeacht de omstandigheden waaronder dat menselijke wezen is verwekt of de omstandigheden waarin datzelfde menselijke wezen zich verder ontwikkelt. DCBR veroordeelt ook andere mechanismen die het leven van ongeboren menselijke wezens in gevaar brengen, zoals abortieve anticonceptie en sommige reproductieve en wetenschappelijke technologieën.
Aangezien ongeboren Nederlanders, als de meest kwetsbare leden van onze samenleving, gewelddadig hun fundamentele mensenrechten worden ontnomen, richt DCBR zich op het ondenkbaar maken van het doden van deze menselijke wezens door het publiek te informeren over wie de ongeborenen zijn en wat abortus met hen doet. De gerichte inspanningen van DCBR zijn gebaseerd op een solide strategie die effectief is gebleken. Deze strategie is gericht op het gebruik van foto’s van abortusslachtoffers als educatief hulpmiddel, dat de onrechtvaardigheid van abortus op een unieke en krachtige manier blootlegt, en het pleiten voor mensenrechten voor alle menselijke wezens door middel van gesprekken.
DCBR veroordeelt alle vormen van abortusgerelateerd geweld en zal niet samenwerken met groepen of individuen die dergelijk geweld niet veroordelen.